Wanneer bij een neonaat een claviculafractuur wordt vermoed, wordt vaak op basis van de bevindingen van het lichamelijk onderzoek een röntgenfoto aangevraagd om de fractuur aan te tonen. Bij het lichamelijk onderzoek wordt gelet op symptomen als het niet spontaan bewegen van de betreffende arm, een asymmetrische mororeflex en het voelen van afwijkingen bij palpatie. Met een positief voorspellende waarde variërend tussen 80 en 100% is het lichamelijk onderzoek een betrouwbaar diagnosticum. Hierna volgt soms ter bevestiging van de bevindingen een röntgenfoto. Na het stellen van de diagnose wordt een conservatief beleid gevoerd waarbij geruststelling van de ouders en comfort voor het kind centraal staan. Wij concluderen dat een röntgenfoto het beleid bij een geïsoleerde claviculafractuur niet zal veranderen en dus achterwege kan worden gelaten.
Auteurs |
Wolzak, D.E.
Bogaerts-Rosbergen, H.M.F. Smets, A.M.J.B. |
---|---|
Thema | Wat is de waarde van... |
Publicatie | 2 november 2015 |
Editie | Imago - Jaargang 1 - editie 1 - 2015 | editie 1 |
Na het lezen van dit artikel: