Het besluit om een aneurysma van de abdominale aorta (AAA) te opereren is voor een belangrijk deel gebaseerd op de maximale diameter van het aneurysma. Het nauwkeurig en reproduceerbaar bepalen van de diameter is daarmee van cruciaal belang in het management van AAA. De modaliteit van voorkeur is echografie, waarmee de diameter goedkoop, veilig en eenvoudig gemeten kan worden. Deze nauwkeurigheid is grotendeels afhankelijk van de echografist die keuzes moet maken met betrekking tot het vlak en de richting van de meting, en de caliperpositie (binnen-, buitendiameter of leading edges). Een metingsverschil van een paar millimeter kan leiden tot onterecht operatief ingrijpen of juist follow-up indiceren waar een hersteloperatie nodig is. Om die reden zou men verwachten dat de gedetailleerde echografische methodologie van de meting van het AAA duidelijk in een richtlijn vastligt. Dat is echter niet het geval, zoals onder andere blijkt uit de richtlijn van de European Society for Vascular Surgery (ESVS), die slechts een voorkeur voor de anteroposterieure (AP) meting noemt, en geen advies geeft voor de andere aspecten van de methodologie. Op grond van de beschikbare aanbevelingen in de literatuur wordt in dit artikel een voorstel voor een eenvoudige, uniforme meetmethode besproken.
Auteurs |
Meijer, C.A.
Hamming, J.F. |
---|---|
Thema | Meten is weten |
Publicatie | 27 juni 2016 |
Editie | Imago - Jaargang 2 - editie 2 - 2016 | editie 2 |