Klinische consequenties van zowel benigne als maligne leverlaesies zijn veranderd en differentiatie middels non-invasieve technieken neemt een steeds belangrijkere plaats in. Er is dus een steeds grotere vraag naar MRI-scans van de lever, ook bij patiënten zonder levercirrose. In dit artikel krijgt u achtergrondinformatie en praktische tips voor het optimaliseren van uw protocol, het gebruik van niet-specifieke en leverspecifieke contrastmiddelen en de beoordeling van solide leverafwijkingen in niet-cirrotische levers. Daarbij is het belangrijkste punt het differentiëren tussen benigne en maligne afwijkingen.
Auteurs |
Simons, B.
Gest, B. Dwarkasing, R.S. Willemssen, F.E.J.A. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 25 oktober 2016 |
Editie | Imago - Jaargang 2 - editie 3 - 2016 | editie 3 |
Na het bestuderen van dit artikel:
• weet u welke MRI-sequenties u kunt gebruiken;
• weet u wanneer en hoe u de verschillende contrastmiddelen kunt gebruiken;
• kunt u het onderscheid tussen benigne en maligne laesies maken;
• kunt u veel voorkomende leverafwijkingen herkennen.