Heupdysplasie, tegenwoordig developmental dysplasia of the hip (DDH) genoemd, is een veelvoorkomende aandoening. Vrouwelijk geslacht, stuitligging en positieve familieanamnese zijn bekende risicofactoren voor DDH. Vroege detectie van DDH is belangrijk, omdat behandeling in een vroeg stadium minder invasief is en een goede prognose heeft, in tegenstelling tot behandeling bij een vergevorderde DDH. Bij aanwezigheid van één of meer risicofactoren of bij afwijkingen bij lichamelijk onderzoek worden kinderen doorverwezen voor diagnostiek naar DDH. Beeldvorming speelt een belangrijke rol in zowel de diagnostiek als tijdens de follow-up van de behandeling van DDH. Merendeels gebeurt dit middels echografie (afhankelijk van de leeftijd). Als kinderen ouder zijn, worden er röntgenfoto’s gemaakt.
Auteurs |
Limantoro, I.
Schuppen, J. van Robben, S.G.F. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 24 maart 2019 |
Editie | Imago - Jaargang 5 - editie 1 - 2019 | editie 1 |
Na het bestuderen van dit artikel: