Een massa in de kinderhals: praktische beeldvorming

  • 00Inleiding
  • 01Beeldvormend onderzoek
  • 02Veelvoorkomende afwijkingen
  • 03Ten slotte
  • 04Reacties (0)

Samenvatting

Kinderen worden geregeld verwezen voor beeldvormend onderzoek vanwege een zwelling of putje in de hals. De klinische differentiaaldiagnose wordt bepaald door de leeftijd van het kind, het klinische beeld en de locatie van de afwijking. Met echografie kan de differentiaaldiagnose worden beperkt. Belangrijk is om vast te stellen of de afwijking cysteus of solide is. Uitgebreide afwijkingen, en zeker mogelijk maligne afwijkingen, worden verder met MRI afgebeeld. CT speelt een rol bij acute situaties, meestal ontstekingen met mogelijk abcesvorming. Bij lymfeklierzwellingen kan beeldvormend onderzoek geen zekere uitspraak doen over de aard van de afwijking, maar het kan meestal wel richting geven aan het verdere beleid door aan te geven of de aandoening waarschijnlijk reactief, infectieus of maligne is.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Beek, F.J.A.
Littooij, A.S.
Lequin, M.H.
Wolfs, T.F.W.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 27 juli 2017
Editie Imago - Jaargang 3 - editie 2 - 2017 | editie 2

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel:

  • kunt u een adequate differentiaaldiagnose opstellen voor solide of cysteuze laesies in de nek;
  • kunt u met echografie de meeste diagnoses stellen;
  • herkent u de situaties waarin relevante aanvullende informatie met cross-sectionele beeldvorming kan worden verkregen;
  • begrijpt u dat beeldvorming van lymfeklierzwellingen geen vervanging van pathologische diagnostiek is.