Perifeer zenuwletsel kent verschillende traumamechanismen (compressie, tractie, scherpe doorsnijding) en unieke biomechanische oorzaken bij specifieke sporten. Een grondige klinische evaluatie met aandacht voor deze factoren naast de relevante voorgeschiedenis en het beloop, zijn noodzakelijk voor een zinvolle interpretatie van verder aanvullend onderzoek. Historisch gezien is EMG lang het standaardonderzoek geweest om traumatisch perifeer zenuwletsel te onderzoeken. Recenter is ook het nut van beeldvorming gebleken, en deze kan in belangrijke mate bijdragen om aard (neurapraxie, axonotmesis/neurotmesis, neuroom) en lokalisatie van het traumatisch zenuwletsel nauwkeurig in kaart te brengen. In dit artikel wordt de toepassing van MRI en echografie besproken, inclusief systematiek voor uitvoering en beoordeling bij traumatisch perifeer zenuwletsel. Tenslotte wordt ook de plaats van echografie en MRI naast EMG besproken.
Auteurs |
Goedee, H.S.,
Wensen, E. van Meulen, W.J.T.M. van der Weijden, H. van der |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 22 september 2021 |
Editie | Imago - Jaargang 7 - editie 3 - 2021 | editie 3 |
Na het bestuderen van dit artikel: