Beeldvormende technieken tonen bij bepaalde extrapiramidale bewegingsstoornissen specifieke afwijkingen. Dit komt bijvoorbeeld door selectieve degeneratie van structuren of door abnormale stapeling van metalen op voorkeurslocaties. Vaak worden echter bij bewegingsstoornissen geen specifieke afwijkingen gevonden bij beeldvorming. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de mogelijkheden en beperkingen van beeldvorming bij het evalueren van de meest voorkomende extrapiramidale bewegingsstoornissen.
Auteurs |
Duijn, R.J.M. van
Martins Jarnalo, C.O. Lycklama à Nijeholt, G.J. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 12 december 2016 |
Editie | Imago - Jaargang 2 - editie 4 - 2016 | editie 4 |
Na het bestuderen van dit artikel:
• kent u de verschillende imagingtechnieken die worden gebruikt bij beeldvorming bij patiënten met extrapiramidale bewegingsstoornissen;
• herkent u de klassieke radiologische bevindingen van de meest voorkomende oorzaken van bewegingsstoornissen;
• weet u wanneer beeldvorming bij bewegingsstoornissen geïndiceerd is;
• kunt u differentiëren tussen de meest voorkomende neurodegeneratieve oorzaken van extrapiramidale bewegingsstoornissen op MRI.