Acute vertigo: oorzaken en radiologische diagnostiek

Door op 25-09-2020
  • 00Inleiding
  • 01Anatomie
  • 02Beeldvorming bij acute vertigo
  • 03Trauma benige labyrint
  • 04Inflammatie (neuritis vestibularis, labyrintitis)
  • 05Ischemie
  • 06Demyelinisatie
  • 07Neoplasma/tumoren/metastasen
  • 08Reacties (0)

Samenvatting

Vertigo, draaiduizeligheid, wordt gedefinieerd als een bewegingsillusie waarbij de patiënt het gevoel heeft zelf te draaien ofwel dat de omgeving draait. Verschillende perifere en centrale aandoeningen worden onderscheiden. Bij acute vertigo is de rol van beeldvorming met name ter uitsluiting van centrale pathologie; ter identificatie van ischemie en uitsluiten van een bloeding. Voor de beoordeling is uiteraard kennis van de anatomie cruciaal. Perifere oorzaken betreffen het labyrint en de hersenzenuwen, bij centrale oorzaken gaat het om de hersenstamkernen, de verbindingen (wittestofbanen) tussen deze kernen, het cerebellum en de cerebrale doelstructuren (pariëtaal en temporaal). De belangrijkste kerngebieden en -banen bevinden zich voornamelijk paramediaan en langs de achterzijde van de hersenstam, vanaf het niveau van het mesencefalon tot de medulla oblongata. De categorieën van de belangrijkste oorzaken van acute vertigo zijn: ischemie (centraal en perifeer), trauma, infectie, inflammatie/demyelinisatie en neoplasmata.

Beeldvorming geschiedt middels CT en/of MRI. Hierbij volstaat alleen een ‘screenend’ onderzoek niet: er zal op indicatievraagstelling een gerichte aanvulling op een MRI-protocol nodig zijn. Van perifeer naar centraal verschuift de beeldvormende modaliteit van CT naar MRI. Ter beoordeling van de ossale structuren (binnenoor) dient een hoge-resolutie-CT vervaardigd te worden met een zo dun mogelijke coupedikte, liefst < 0,6 mm. Behalve wanneer er wordt gedacht aan ischemie, kan beeldvorming beter primair met MRI plaatsvinden wanneer de verwachte etiologie ter hoogte van de vestibulaire kernen of verder naar centraal is gelegen.

Voor het kiezen van het juiste protocol en om een waardige gesprekspartner te zijn voor de aanvragende clinicus en van waarde te zijn bij het stellen van de diagnose, is voldoende kennis van de anatomie en pathologie noodzakelijk.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Mommers, E.H.H.
Postma, A.A.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 25 september 2020
Editie Imago - Jaargang 6 - editie 3 - 2020 | editie 3

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel:

  • kent u de anatomische en functionele anatomie van het vestibulaire systeem;
  • kent u de etiologie en pathologie ten aanzien van vertigoklachten;
  • kunt u de categorieën en subcategorieën van verschillende oorzaken van vertigo, perifeer en centraal, op beeldvormend onderzoek herkennen;
  • kent u de klinische indicaties om beeldvormend onderzoek te vervaardigen bij acute vertigo;
  • weet u dat CT en/of MRI als screenende methode geen meerwaarde heeft bij beeldvorming in het kader van vertigo: het is essentieel om een protocol te kiezen specifiek gericht op de vraagstelling/indicatie;
  • weet u te benoemen bij welke verwachte pathologie en etiologie en/of differentiaaldiagnose welke structuren en sequenties moeten worden opgenomen in het MRI-protocol;
  • bent u zich ten aanzien van ischemie als oorzaak van de vertigo bewust van de het feit dat deze zich zowel centraal als perifeer kan manifesteren en dat bij de laatst genoemde er geen zichtbare afwijking hoeft te zijn op respectievelijk CT(A) en MRI.