Aankleuring op MRI na behandeling van een glioblastoom is aspecifiek en kan veroorzaakt worden door recidieftumorweefsel, maar ook door onder andere de operatie zelf, tumorresidu, ischemie en als gevolg van de chemoradiatie. Twee fenomenen zijn hierbij nauwelijks te onderscheiden van een tumorrecidief: pseudoprogressie en radiatienecrose. Pseudoprogressie is passagère aankleuring die binnen 2-5 maanden ontstaat als gevolg van de combinatie van temozolomide en radiotherapie. Radiatienecrose is het ontstaan van een aankleurende massa in het bestraalde gebied maanden tot jaren na het staken van de radiotherapie. Kennis van het type, alsmede van het begin- en eindpunt van de adjuvante therapie is dan ook obligaat om een follow-up-MRI te kunnen beoordelen. Perfusie-MRI is daarbij de meest toegepaste functionele MRI-techniek om te differentiëren tussen tumorrecidief en therapie-effect. Tumorweefsel heeft een versterkte perfusie, terwijl de door de therapie geïnduceerde effecten normale of verlaagde perfusie vertonen.
Auteurs | Elskamp, I.J. van den |
---|---|
Thema | Nooit durven vragen... |
Publicatie | 27 juli 2017 |
Editie | Imago - Jaargang 3 - editie 2 - 2017 | editie 2 |